kaperkapitein

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kaperkapitein    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ka·per·ka·pi·tein
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kaperkapitein kaperkapiteinen
kaperkapiteins
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dekaperkapiteinm [1]

  1. commandant van een kaperschip
     In De Kaperkapitein van Gustave Aimard (= Olivier Gloux, 1818-1883) laat de auteur zijn hoofdpersoon opmerken: 'Toen ik Dolores voor de eerste maal zag, was zij nauwelijks tien jaar oud, een blond kind, vrolijk en onbezorgd; ik voelde mij onweerstaanbaar tot haar aangetrokken.[2]
     Jaume de Vilagarut was een typische vertegenwoordiger van het ras van kaperkapiteins die in die tijd bij alle mogelijke krijgsverrichtingen betrokken waren.[3]


Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord kaperkapitein staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Jan Valentijn Meininger
    “Vertoog over de liefde” (1987), Het Spectrum , ISBN 9027418063
  3. Joanot Martorell en Martí Joan de Galba
    “Tirant lo Blanc” (1987), Schocken, ISBN 0805238999
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.