karamel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  karamel    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌkaraˈmɛl/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ka·ra·mel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord karamel karamels
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

dekaramelv/m

  1. gebrande suiker
     Ik kauwde zorgvuldig om optimaal te genieten van de nougat, pinda’s, karamel en melkchocolade.[4]
  2. snoepje gemaakt van gebrande suiker
Schrijfwijzen
  • caramel (oude schrijfwijze voor 1996)
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord karamel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.