kasboek

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kasboek    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • kas·boek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kasboek kasboeken
verkleinwoord kasboekje kasboekjes

Zelfstandig naamwoord

hetkasboeko

  1. een schriftelijke notatie van alle in- en uitgaven die bij een geldkas hoort
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord kasboek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.