katijf

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  katijf    (hulp, bestand)
  • IPA: /kaˈtɛif/ (2 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland, Limburg): /ka.ˈtɛɪf/
    • (Vlaanderen, Brabant): /kɑ.ˈtɛːf/
Woordafbreking
  • ka·tijf
Woordherkomst en -opbouw
  • Ontleend aan het Oudfranse caitif ("gevangene"), een noordelijke (Picardische) vorm. Het Engelse caitiff heeft dezelfde etymologie.
enkelvoud meervoud
naamwoord katijf katijven
verkleinwoord katijfje katijfjes

Zelfstandig naamwoord

hetkatijfo

  1. (verouderd) ellendeling, stakker
  2. feeks, boosaardig vrouwmens
Vertalingen
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen katijfkatijverkatijfst
verbogen katijvekatijverekatijfste

Bijvoeglijk naamwoord

katijf

  1. (verouderd) ellendig, ongelukkig
Afgeleide begrippen
  • katijvig
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord 'katijf' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.