kennelijk

Uitspraak

• Geluid:  kennelijk    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ken·ne·lijk

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van ken (stam van het werkwoord kennen) met het achtervoegsel -lijk met het invoegsel -e- ^[1]

Bijvoeglijk naamwoord

kennelijk

Bijwoord

kennelijk

1. zoals inmiddels duidelijk is geworden

   • Er was kennelijk geen andere weg, dus gingen we nog maar de smalle straat in. 

   ▸ Een potje schieten hoort er voor de lokale rednecks in de woestijn kennelijk gewoon bij in het weekend.^[2]

Gangbaarheid

• Het woord kennelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kennelijk" herkend door:

Verwijzingen