kenschets

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kenschets    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ken·schets
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kenschets kenschetsen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dekenschetsv/m

  1. een globale, beeldende beschrijving van iets
    • Volgens mij hoort het allemaal tot de grote verandering van onze beschaving. Zoveel mogelijk de aandacht op jezelf vestigen door zo hard, zo opzienbarend, zo leuk mogelijk met de deur in huis te vallen. Neem die uitdrukking letterlijk en je hebt een kenschets van onze omgangsvormen. [2] 
Synoniemen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
kenschetsen

kenschets

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kenschetsen
    • Ik kenschets. 
  2. gebiedende wijs van kenschetsen
    • Kenschets! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kenschetsen
    • Kenschets je? 

Gangbaarheid

  • Het woord kenschets staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
74 %van de Nederlanders;
58 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.