kerkplein

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kerkplein    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • kerk·plein
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kerkplein kerkpleinen
verkleinwoord kerkpleintje kerkpleintjes

Zelfstandig naamwoord

hetkerkpleino

  1. het plein voor de kerk, vaak het centrale plein van dorp of stad
    • Wij hadden afgesproken in het centrum van de stad op het kerkplein. 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord kerkplein staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.