dorpsplein

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dorpsplein    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈdɔrəpsˌplɛin/ (2 of 3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • dorps·plein
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dorpsplein dorpspleinen
verkleinwoord dorpspleintje dorpspleintjes

Zelfstandig naamwoord

hetdorpspleino

  1. (planologie) centraal plein in een dorp
    • Iedereen kwam bijeen op het dorpsplein. 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord dorpsplein staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.