kernwoord
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kernwoord (hulp, bestand)
- IPA: / ˈkɛrənˌwort / (2 of 3 lettergrepen)
Woordafbreking
- kern·woord
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kern zn en woord zn [1]
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | kernwoord | kernwoorden |
| verkleinwoord | kernwoordje | kernwoordjes |
Zelfstandig naamwoord
het kernwoord o
- term waarmee een belangrijk deel van een boodschap wordt uitgedrukt
- Het moet kleurrijk, plastisch, harmonieus en eigenzinnig zijn - kernwoorden uit de moderne kunst. [2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord kernwoord staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kernwoord" herkend door:
| 99 % | van de Nederlanders; |
| 100 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC S. Smets 21 december 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.