kiemwit
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kiemwit (hulp, bestand)
Woordafbreking
- kiem·wit
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kiem zn en wit zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kiemwit | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het kiemwit o
- (voeding) het weefsel in de zaden van zaadplanten, dat vaak een rol speelt bij de opslag van reservestoffen ten behoeve van de kieming, de groei van het embryo en van de jonge plant
- ▸ De tarwe komt binnen op een breker, de fracties gaan naar boven in een zifter en elk van de fracties wordt meerdere keren opnieuw gezift en gemalen om zoveel mogelijk bloem te kunnen afscheiden. In biologische termen: het endosperm of kiemwit waar de bloem in zit en de verder te vermalen (zemel)deeltjes worden steeds verder gescheiden.[2]
Synoniemen
- endosperm
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord kiemwit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kiemwit" herkend door:
49 % | van de Nederlanders; |
58 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron wdh“Hoe finetune je een tarwemaalderij?” (16/01/2016), De Standaard
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.