kieskauwer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kieskauwer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • kies·kau·wer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kieskauwer kieskauwers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dekieskauwerm

  1. een kieskeurige fijnproever
  2. iemand die treuzelend en met tegenzin eet
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord kieskauwer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
53 %van de Nederlanders;
47 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.