kimkiel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kimkiel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- kim·kiel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kim zn en kiel zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kimkiel | kimkielen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de kimkiel v
- (scheepvaart) strook die aan de wand van een schip vastzit om de stabiliteit te verhogen
Synoniemen
- buitenkiel, zijkiel, slingerkiel
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord 'kimkiel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kimkiel" herkend door:
19 % | van de Nederlanders; |
15 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.