kinderverpleegkundige

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kinderverpleegkundige    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • kin·der·ver·pleeg·kun·di·ge
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kinderverpleegkundige kinderverpleegkundigen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dekinderverpleegkundigev/m

  1. (medisch), (beroep) een verpleegkundige op de kinderafdeling van een ziekenhuis

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.