kirkeklokke

Deens

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈkiɐ̯gəklʌgə /
Woordafbreking
  • kir·ke·klok·ke
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstelling van de Deense zelfstandige naamwoorden kirke en klokke
Naar frequentie 99710
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   kirkeklokke     kirkeklokken     kirkeklokker     kirkeklokkerne  
genitief   kirkeklokkes     kirkeklokkens     kirkeklokkers     kirkeklokkernes  

Zelfstandig naamwoord

kirkeklokke, g

  1. (religie) kerkklok
Verwante begrippen

Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.