kirketid

Deens

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈkiɐ̯gətiðˀ /
Woordafbreking
  • kir·ke·tid
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstelling van de Deense zelfstandige naamwoorden kirke en tid
Naar frequentie 67964
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   kirketid     kirketiden     kirketider     kirketiderne  
genitief   kirketids     kirketidens     kirketiders     kirketidernes  

Zelfstandig naamwoord

kirketid, g

  1. (religie) kerktijd (de tijd van de eredienst)

Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.