klager

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  klager    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈklaɣər/
Woordafbreking
  • kla·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord klager klagers
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deklagerm

  1. iemand die klaagt
  2. (juridisch) iemand die zijn of haar beklag doet (voor een rechtbank)
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Uitdrukkingen en gezegden
  • klagers hebben geen nood en pochers hebben geen brood
zowel klagers als pochers hebben de neiging om zaken te overdrijven

Gangbaarheid

  • Het woord klager staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.