kleiput
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kleiput (hulp, bestand)
- IPA: / ˈklɛipʏt / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- klei·put
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van klei zn en put zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kleiput | kleiputten |
verkleinwoord | kleiputje | kleiputjes |
Zelfstandig naamwoord
de kleiput m
- plaats waar men klei opgraaft om te gebruiken in steenfabrieken
- De Appeldijk brengt ons bij De Koornwaard. Eens stond hier een steenfabriek, nu een foeilelijk rommelig industriegebied dat begrensd wordt door een uniek stukje natuur. Via de Orchideeënroute lopen we het gebied in en proberen de voormalige kleiput te ronden. Die wordt met bagger uit De Linge minder diep gemaakt om zo de visstand te herstellen. [2]
- Vis zit er niet of nauwelijks in, andere diersoorten zijn in en rond de kleiput eigenlijk ook niet te vinden, waterplanten zijn in het heldere water niet te zien. Dat moet binnen enkele jaren veranderen, als de gemeente Winterswijk de natuurontwikkeling in deze plas aan de Driemarkweg vorm kan geven. [3]
Synoniemen
- kleigat, tichelgat
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord kleiput staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kleiput" herkend door:
85 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ De Telegraaf Op zoek naar de zwaan 23 mei 2015
- ↑ Tubantia 29-08-17, Kleiput is startpunt voor natuurwinst in Winterswijk
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.