klerezooi

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  klerezooi    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈklerəˌzoj/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • kle·re·zooi
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord klerezooi
verkleinwoord klerezooitje

Zelfstandig naamwoord

deklerezooiv/m

  1. ongeordend geheel dat moet worden opgeruimd of schoongemaakt
    • Na het feest was de woonkamer een klerezooi. 
  2. (figuurlijk) ongewenste toestand als resultaat van een wanordelijk proces
    • Na de reorganisatie is het op mijn werk een klerezooi gebleven. 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord klerezooi staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
84 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.