klierkoorts

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  klierkoorts    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈklirkorts/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • klier·koorts
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord klierkoorts -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deklierkoortsv/m

  1. (medisch) ziekte waarbij de lymfeklieren ontstoken zijn door besmetting met een bepaald herpesvirus, het epstein-barrvirus
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord klierkoorts staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
65 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.