pfeiffer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  pfeiffer    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈpfɑjfər/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • pfeif·fer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord pfeiffer -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

depfeifferv/m

  1. (medisch) ziekte waarbij de lymfeklieren ontstoken zijn door besmetting met een bepaald herpesvirus, het epstein-barrvirus
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord pfeiffer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
91 %van de Nederlanders;
46 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.