kluswoning

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kluswoning    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈklʏswonɪŋ/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • klus·wo·ning
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kluswoning kluswoningen
verkleinwoord kluswoninkje kluswoninkjes

Zelfstandig naamwoord

dekluswoningv

  1. woning waaraan nog veel verbouwd moet worden voordat men er in kan gaan wonen, maar die daardoor wel aanmerkelijk goedkoper is
     De koopprijs was toch echt voor een kluswoning in de bestaande toestand geweest.[1]
     Bij de koffieautomaat naast de receptie staat een man in een rode onderbroek. "Ik lig hier 's nachts te slapen tussen mijn toekomstige buren. Dat schept een band." De man vertelt dat hij een van de gegadigden is voor één van de tien kluswoningen die ook in de verkoop gaan. Het zijn appartementen in een bestaand pand op een unieke locatie vlak bij zee, waar de koper zelf de indeling en materialen mag bepalen. "Het is relatief goedkoper dan een kant-en-klaar appartement, maar je moet er zelf nog wel veel werk in steken."[2]
Synoniemen
  • kluskrot

Gangbaarheid

  • Het woord kluswoning staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. “Onder buren” (2021), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026356186
  2. Weblink bron
    eroen de Jager
    “Wachtrij voor vrije kavels Den Haag” (27 maart 2013), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.