knopoor

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  knopoor    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • knop·oor
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord knopoor knoporen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetknopooro

  1. (zoötomie) lang slap hondenoor dat naar beneden hangt en de gehoorgang afsluit
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord knopoor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
26 %van de Nederlanders;
32 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.