koekaart

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  koekaart    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈkukart/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • koe·kaart
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord koekaart koekaarten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

dekoekaartv/m

  1. (veeteelt) document waarop een boer regelmatig verzamelde gegevens over een door hem gehouden rund vastlegt: oorspronkelijk een voorgedrukt formulier op karton, naderhand een record in een gegevensbestand over de veestapel
     Koekaart 14 Jeanette 52[1]
     Uit de koekaart blijkt echter dat deze koe op [geboortedatum 1] 2019 een kalfje heeft gekregen en dat de laatste lactatie op [datum] 2019 was.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord koekaart staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron Gearchiveerde versie “Koekaart 14 Jeanette 52” (1 november 2020) op melkvee.nl
  2. Weblink bron
    Rechtbank Midden-Nederland
    “uitspraak in zaak 81.051278.23” (2-04-2024) op rechtspraak.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.