koi
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: koi (hulp, bestand)
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- koi
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | koi | koi kois |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (straalvinnigen) een ondersoort Cyprinus carpio carpio en nationale vis van Japan. Nishiki is het Japanse woord voor kleurig kleed, terwijl goi of koi karper betekent. De koi is een kweekvariant van de gewone karper (Cyprinus carpio ) en geniet – vooral de laatste jaren – een grote populariteit in siervijvers. De taxonomische status van de soort is onzeker. De Oost-Aziatische wilde karpers zijn Cyprinus rubrofuscus ofwel Cyprinus carpio rubrofuscus. De tendens is tegenwoordig om de soorten op te splitsen. Voor veredeling zijn koi gekruist met Europese spiegelkarpers (Cyprinus carpio carpio ), dus de koi met het onregelmatige schubbenpatroon van de spiegelkarper zijn dan hybriden
Synoniemen
- nishikigoi, brokaatkarper
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen
- koikarper, koivijver
Gangbaarheid
- Het woord koi staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.