karper

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  karper    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈkɑrpər/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • kar·per
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord karper karpers
verkleinwoord karpertje karpertjes

Zelfstandig naamwoord

dekarperm

  1. (straalvinnigen) bepaald soort grote zoetwatervis met een hoge rug, die van oorsprong uit Azië komt, Cyprinus carpio 
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Verwante begrippen
Hyponiemen
  • boerenkarper, edelkarper, goudkarper, homkarper, koikarper, kruiskarper, lederkarper, leerkarper, naaktkarper, rijenkarper, schubkarper, spiegelkarper, steenkarper, vijverkarper, zalmkarper
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord karper staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.