kolonist

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kolonist    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ko·lo·nist
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kolonist kolonisten
verkleinwoord kolonistje kolonistjes

Zelfstandig naamwoord

dekolonistm

  1. iemand die zich in een kolonie heeft gevestigd
     Vilhelm Moberg had het derde en laatste deel uitgebracht van zijn serie over emigranten die immigranten werden, De kolonisten.[1]
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord kolonist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044632767
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.