koolplant

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  koolplant    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • kool·plant
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord koolplant koolplanten
verkleinwoord koolplantje koolplantjes

Zelfstandig naamwoord

dekoolplantv/m

  1. Brassica oleracea  plant die men kweekt i.v.m. de vele eetbare varianten
    • Sommige planten, waaronder koolsoorten, maken gif aan dat ze tegen vraatinsecten beschermt. Het koolwitje heeft daar echter lak aan en gebruikt de geur van dat gif om een koolplant te herkennen. [2] 
    • De schimmel veroorzaakt knobbels en misvormingen aan de wortel en daardoor verschrompelt de koolplant. Ik kan op mijn klei alleen in het vroege voorjaar bloemkool telen. Kennelijk wordt de schimmel pas actief als de temperatuur stijgt. Alle koolsoorten kunnen geteisterd worden door knolvoet, maar mijn ervaring is dat bloemkool enorm kwetsbaar blijkt terwijl boerenkool er zelden last van heeft. [3] 
Hyperoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'koolplant' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
92 %van de Nederlanders;
91 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.