plant
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- plant
Woordherkomst en -opbouw
- [A] via Middelnederlands plante van Latijn planta, in de betekenis van ‘gewas’ aangetroffen vanaf 1240 [1] [2] [3] [4] [5]
- [B] van Engels plant [6]
- [C] plan ww met de uitgang -t
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | plant | planten |
verkleinwoord | plantje | plantjes |
Zelfstandig naamwoord
[A] de plant v / m
- (biologie) organisme dat kooldioxide opneemt en zuurstof afgeeft
- van stengel en bladeren voorzien gewas dat zijn voedsel uit de aarde opneemt
- (verouderd) (anatomie) onderkant van de voet
Synoniemen
- [3] voetzool
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
1. organisme dat kooldioxide opneemt en zuurstof afgeeft
2. van stengel en bladeren voorzien gewas dat zijn voedsel uit de aarde opneemt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
planten |
[A] plant
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | plant | plants |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
[B] de plant m
- (bedrijf) fabriek die een onderdeel van een industriële vestiging vormt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
plannen |
[C] plant
Gangbaarheid
- Het woord plant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "plant" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[7] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ plant (gewas) op website: Etymologiebank.nl
- ↑ plant (voetzool) op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "plant" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ plant (fabrieksterrein) op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Engels
Uitspraak
- Geluid: plant (VS) (hulp, bestand)
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to plant |
he/she/it | plants |
verleden tijd | planted |
voltooid deelwoord |
planted |
onvoltooid deelwoord |
planting |
gebiedende wijs | plant |
Werkwoord
plant
- overgankelijk aanplanten, planten, poten
enkelvoud | meervoud |
---|---|
plant | plants |
Zelfstandig naamwoord
plant
Synoniemen
- [3] factory
Nedersaksisch
Zelfstandig naamwoord
plant
Schrijfwijzen
Synoniemen
Noors
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / plɑnt /
Woordafbreking
- plant
Naar frequentie | 20577 |
---|
Werkwoord
plant
- zwakke verbuiging gebiedende wijs van plante
Nynorsk
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / plɑnt /
Woordafbreking
- plant
Werkwoord
plant
- zwakke verbuiging gebiedende wijs van planta
Schrijfwijzen
Werkwoord
plant
- zwakke verbuiging gebiedende wijs van plante
Schrijfwijzen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.