koopcentrum

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  koopcentrum    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • koop·cen·trum
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord koopcentrum koopcentrums
koopcentra
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetkoopcentrumo

  1. plaats waar meerdere winkels met een onderlinge samenhang gelegen zijn
     Rond de kerst twee jaar geleden hadden de lokale talenten van de Sponti's in Düsseldorf het in hun hoofd gehaald dat ze tegen overconsumptie en kapitalisme moesten demonstreren door de kerstverkoop in het grootste koopcentrum van de stad te saboteren.[1]
Synoniemen
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord koopcentrum staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Zij die dromen doden slapen nooit” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044640496
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.