kortswijl

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kortswijl    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • korts·wijl
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kortswijl kortswijlen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

dekortswijlv/m

  1. (formeel) scherts, grappenmakerij
    • Zo heb ik uit louter kortswijl deelgenomen aan het examen voor de diplomatieke dienst en aangezien ik een goed geheugen heb en vrij behoorlijk opstellen kan schrijven, slaagde ik [3] 
Afgeleide begrippen
  • kortswijlig

Gangbaarheid

  • Het woord kortswijl staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
31 %van de Nederlanders;
34 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.