kraamhotel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kraamhotel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • kraam·ho·tel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kraamhotel kraamhotels
verkleinwoord kraamhotelletje kraamhotelletjes

Zelfstandig naamwoord

hetkraamhotelo

  1. (medisch) instelling waar een vrouw die niet thuis kan of wil bevallen, met haar verloskundige terechtkan voor de bevalling

Gangbaarheid

  • Het woord 'kraamhotel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.