kraamperiode

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kraamperiode    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • kraam·pe·ri·o·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kraamperiode kraamperioden
kraamperiodes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dekraamperiodev

  1. (biologie) (medisch) periode vlak na de bevalling van een kind (of jong dier)
     Dat mag alleen buiten de winterslaap en de kraamperiode om. Ook moeten er vervangende nesten zijn. Is dit alles geregeld, dan krijgt de gehele gemeente een ontheffing en kunnen particuliere huizenbezitters de spouwmuren isoleren. Zo'n ecologisch plan voor de hele gemeente kost twee jaar.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord kraamperiode staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Floor Ligtvoet
    “Beschermde vleermuis frustreert ambitieuze isolatieplannen kabinet” (maandag 29 mei 2023, 16:00), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.