krats

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  krats    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • krats
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘klein bedrag’ voor het eerst aangetroffen in 1916 [1]
  • afgeleid van het Middelnederlandse cratsen [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord krats kratsen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dekratsv/m

  1. een kleine som geld
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord krats staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
64 %van de Nederlanders;
57 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.