kwebbel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kwebbel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- kweb·bel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kwebbel | kwebbels |
verkleinwoord | kwebbeltje | kwebbeltjes |
Zelfstandig naamwoord
de kwebbel m
- (informeel), (persoon) iemand die te veel kletst/kwebbelt/leutert enz.
- (informeel), (dysfemisme) mond [1] (in dezelfde context als onder [1])
- Hou je kwebbel toch eens!
Synoniemen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
kwebbelen |
kwebbel
Gangbaarheid
- Het woord kwebbel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kwebbel" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.