laagbouw

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  laagbouw    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • laag·bouw
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord laagbouw laagbouwen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

delaagbouwm

  1. (bouwkunde) lage gebouwen (minder dan 5 verdiepingen)
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord laagbouw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.