landbouwgebied

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  landbouwgebied    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • land·bouw·ge·bied
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord landbouwgebied landbouwgebieden
verkleinwoord landbouwgebiedje landbouwgebiedjes

Zelfstandig naamwoord

hetlandbouwgebiedo

  1. een streek waar veel landbouwbedrijven zijn
     Oost-Ghouta was ooit het oostelijk deel van een vruchtbaar landbouwgebied dat het nabijgelegen Damascus voedde. Sinds de jaren tachtig is deze groene zone meer en meer bezaaid met woonwijken of voorsteden.[1]
  2. (figuurlijk) alles wat met de landbouw te maken heeft
     Ruim 200.000 Nederlanders hebben mede vanwege de handel naar Groot-Brittannië werk. Op landbouwgebied gaat het zelfs om 1 op de 10 banen.[2]
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord landbouwgebied staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Kremlin wil humanitaire gevechtspauze voor evacuatie burgers Ghouta” (26-02-2018), Tubantia
  2. Weblink bron
    David Bremmer en Laurens Kok
    “'Ondernemer, bereid je NU voor op Brexit, want gevolgen kunnen ernstig zijn'” (26-01-2018), Tubantia
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.