landloper

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  landloper    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • land·lo·per
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord landloper landlopers
verkleinwoord landlopertje landlopertjes

Zelfstandig naamwoord

delandloperm [3]

  1. zwerver zonder beroep en vaste verblijf- of woonplaats en/of bestaansmiddelen (op het platteland)
Hyperoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord landloper staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.