vago
Frans
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Zelfstandig naamwoord
vago v
- (spreektaal) wagen, sjees, bak
- «Je vais épater la galerie avec ma superbe vago.»
- Ik ga de blits maken met mijn vette bak. [1]
- «Je vais épater la galerie avec ma superbe vago.»
Verwijzingen
Spaans
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
- va·go
| enkelvoud | meervoud |
|---|---|
| vago | vagos |
Zelfstandig naamwoord
vago m
Synoniemen
Verwijzingen
- vago in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| mannelijk | vago | vagos |
| vrouwelijk | vaga | vagas |
Bijvoeglijk naamwoord
vago
Werkwoord
| vervoeging van |
|---|
| vagar |
vago
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van vagar
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.