lasser

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  lasser    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • las·ser
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van lassen met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord lasser lassers
verkleinwoord lassertje lassertjes

Zelfstandig naamwoord

delasserm

  1. (beroep) iemand die stukken metaal op een naad door sterke plaatselijke verhitting verbindt
    • Hij is een ervaren lasser. 
Hyponiemen
  • booglasser, druklasser, kabellasser, monteur-lasser, pijplasser, plaatlasser, spiegellasser
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord lasser staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.