leestijd

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  leestijd    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • lees·tijd
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord leestijd leestijden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deleestijdm

  1. de tijd die men gebruikt om te lezen
    • Deelnemers krijgen een half uur leestijd, waarna een discussie wordt gevoerd over het stuk dat iedereen net heeft gelezen, vertelde ceo Jeff Bezos onlangs in een interview. Powerpointpresentaties? Die zijn uit den boze bij het internetbedrijf. Alles om zo efficiënt mogelijk te vergaderen. [2] 
    • Lezen is echter op z’n retour. Tussen 2006 en 2011 nam de leestijd met 35 procent af, bij jongeren tussen de 12 en de 19 jaar zelfs met 64 procent (Sociaal en Cultureel Planbureau, 2013). Jongeren lezen 11 minuten per dag, terwijl ze 2 uur en 15 minuten naar media kijken en 2 uur en 12 minuten via media communiceren (Wennekers, Troost & Wiegman, 2016). [3] 
    • ‘We zien de tabletversie als een opwarming voor de papieren versie, ze zijn inhoudelijk hetzelfde’, zegt hoofdredacteur Danny Ilegems. ‘Het is drie dagen extra leestijd en het is een manier om onze lezers meer vertrouwd te maken met de tableteditie.’ [4] 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord leestijd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.