legerkorps

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  legerkorps    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • le·ger·korps
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord legerkorps legerkorpsen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetlegerkorpso

  1. (militair) deel van een leger met een sterkte van enkele tienduizenden militairen
     In 1809 was de toenadering tussen de beide heersers van de wereld, zoals Napoleon en Alexander werden genoemd, zo voortgeschreden dat toen Napoleon in dat jaar Oostenrijk de oorlog verklaarde, een Russisch legerkorps de grens overtrok om de vroegere vijand, Bonaparte, bij te staan tegen de vroegere bondgenoot, de Oostenrijkse keizer, en dat in de hoogste kringen gesproken werd over de mogelijkheid van een huwelijk tussen Napoleon en een van de zusters van tsaar Alexander.[2]
     De Commandant der Strijdkrachten Middendorp vindt het Duits-Nederlandse legerkorps een rolmodel voor internationale samenwerking. Het korps bestaat twintig jaar en dat wordt vandaag plechtig gevierd in Münster.[3]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord legerkorps staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Oorlog en Vrede” (1869), van Oorschot, ISBN 978902825115 1
  3. Weblink bron “Legerchef verwacht meer samenwerking met Duitsland” (27-08-2015), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.