lekenzuster

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  lekenzuster    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • le·ken·zus·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord lekenzuster lekenzusters
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

delekenzusterv

  1. vrouw die, zonder een kloostergelofte af te leggen, met anderen gemeenschappelijk als geestelijke zuster leeft
    • De schrijfster Diane Broeckhoven (1946) woont in het Begijnhof van Antwerpen, omsloten door zestiende-eeuwse muren. In haar huiskamer is het doodstil, van de stad dringt geen enkel geluid door. ,,Achter deze muur is de kapel van de lekenzusters', wijst ze. ,,'s Avonds hoor ik hun engelengezang. Dan is het echt alsof ik half in de hemel woon.' [2] 
    • Guan werd boeddhist in 1995. Hij was toen 22. Zijn moeder moest er eerst niets van hebben, maar door wat hij haar vertelde, ging ook zij overstag. Ze trad niet toe tot een klooster, maar werd lekenzuster. In 1997 opende ze haar eerste kleine vegetarische restaurant bij Wutaishan, omdat ze ontdekt had dat de boeddhistische pelgrims die naar de tempels in Wutaishan trokken moeilijk aan vegetarische maaltijden konden komen. [3] 
    • Ridder ON Mw. J.M.W. van Doornmalen, lekenzuster bij de Stichting Unitas te Brazilië W.J. Leliveld [4] 
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord lekenzuster staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
71 %van de Nederlanders;
87 %van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.