levende

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  levende    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • le·ven·de
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: leven
verbogen vorm: levendee

levende

  1. verbogen vorm van levend, het onvoltooid deelwoord van leven

Bijvoeglijk naamwoord

levende

  1. verbogen vorm van de stellende trap van levend
enkelvoud meervoud
naamwoord levende levenden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

delevendev/m

  1. iemand die in leven is
    • Hij was nog onder de levenden. 

Gangbaarheid

  • Het woord levende staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.