levenden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  levenden    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • le·ven·den

Zelfstandig naamwoord

delevendenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord levende
    • vanwaar Hij komen zal om te oordelen de levenden en de doden[1] 

Bijvoeglijk naamwoord

levenden

  1. datief van levend , archaïsche vorm die in enkele staande uitdrukkingen voorkomt
Uitdrukkingen en gezegden

Gangbaarheid

  • Het woord levenden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Apostolische geloofsbelijdenis.
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.