levensdoel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  levensdoel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • le·vens·doel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord levensdoel levensdoelen
verkleinwoord levensdoeltje levensdoeltjes

Zelfstandig naamwoord

hetlevensdoelo

  1. (filosofie) het doel wat men zich in het leven stelt, iets waarvoor men leeft

Gangbaarheid

  • Het woord levensdoel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.