levensonderhoud

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  levensonderhoud    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • le·vens·on·der·houd
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord levensonderhoud -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetlevensonderhoudo

  1. het voorzien in de benodigdheden van het leven, zoals voedsel, kleding e.d
     De zoon, die Hjalmar heette, moest eruit komen zodat hij bij kon dragen aan het levensonderhoud.[1]
Verwante begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord levensonderhoud staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044628142
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.