lezenaar

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  lezenaar    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • le·ze·naar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord lezenaar lezenaars
verkleinwoord lezenaartje lezenaartjes

Zelfstandig naamwoord

delezenaarm

  1. lessenaar
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord lezenaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
43 %van de Nederlanders;
52 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.