lezeres

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  lezeres    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • le·ze·res
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van lezer met het achtervoegsel -es
enkelvoud meervoud
naamwoord lezeres lezeressen
verkleinwoord lezeresje lezeresjes

Zelfstandig naamwoord

delezeresv

  1. vrouwelijke lezer
    • Margriet en Libelle hebben naast lezeressen ook veel lezers. 
  2. vrouwelijke abonnee
    • Veel lezeressen zeiden hun abonnement op omdat in het tijdschrift eigenlijk alleen nog maar over voetbal werd geschreven. 
Hyponiemen
  • alleslezeres, boekenlezeres, handlezeres, nalezeres, nieuwslezeres

Gangbaarheid

  • Het woord lezeres staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.