limb
Engels
Uitspraak
- Geluid: limb (VS) (hulp, bestand)
- IPA: /lɪm/
Woordherkomst en -opbouw
- [A] erfwoord via Middelengels lim van Angelsaksisch lyme
- [B] van Latijn limbus
enkelvoud | meervoud |
---|---|
limb | limbs |
Zelfstandig naamwoord
[A] limb
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to limb |
he/she/it | limbs |
verleden tijd | limbed |
voltooid deelwoord |
limbed |
onvoltooid deelwoord |
limbing |
gebiedende wijs | limb |
Werkwoord
[A] limb
- overgankelijk (bosbouw) van takken ontdoen
- overgankelijk van ledematen voorzien
enkelvoud | meervoud |
---|---|
limb | limbs |
Zelfstandig naamwoord
[B] limb
Gangbaarheid
- In onderzoek van 2014-2018 door het Centrum voor Leesonderzoek werd "limb" herkend door:
100 % | van de Amerikanen; |
98 % | van de Britten.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 18 februari 2020 “Measures of word prevalence for 61,800 English words” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.