limb

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  limb (VS)    (hulp, bestand)
  • IPA: /lɪm/
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
limb limbs

Zelfstandig naamwoord

[A] limb

  1. (anatomie) ledemaat
  2. (plantkunde) tak
vervoeging
onbepaalde wijs to  limb 
he/she/it  limbs 
verleden tijd  limbed 
voltooid
deelwoord
 limbed 
onvoltooid
deelwoord
 limbing 
gebiedende wijs  limb 

Werkwoord

[A] limb

  1. overgankelijk (bosbouw) van takken ontdoen
  2. overgankelijk van ledematen voorzien
enkelvoud meervoud
limb limbs

Zelfstandig naamwoord

[B] limb

  1. (plantkunde) limbus
  2. (astronomie) limbus

Gangbaarheid

100 %van de Amerikanen;
98 %van de Britten.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 18 februari 2020 “Measures of word prevalence for 61,800 English words” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.