linde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  linde    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈlɪndə/
Woordafbreking
  • lin·de
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘boomsoort’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1101 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord linde linden
lindes
verkleinwoord lindetje lindetjes

Zelfstandig naamwoord

delindev/m

  1. bepaalde loofboomsoort Tilia 
    • Er zaten mensen onder de linde te picknicken. 
Gelijkklinkende woorden
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord linde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Deens

Zelfstandig naamwoord

linde g mv

  1. onbepaald meervoud van lind

Verwijzingen

    Italiaans

    Bijvoeglijk naamwoord

    linde v mv

    1. vrouwelijk meervoud van lindo

    Spaans

    Werkwoord

    vervoeging van
    lindar

    linde

    1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van lindar
    2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van lindar
    3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van lindar
    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.